COMMERS  Henri  François

 

Foto's eigendom Arthur en Denise Van Eechaute - Commers

Brief die Henri François Commers naar zijn ouders schreef die naar Antwerpen waren gevlucht voor de Duitsers.

Hij schreef deze brief vanuit Edegem op 2 augustus 1914 de dag voor de Duitsers België binnen vielen.

2 Maanden later sneuvelde hij in Tisselt.

Brief eigendom van Arthur en Denise Van Eechaute - Commers.

Voor inhoud brief klik hier

 

 

Burgerlijk:

Geboorte datum: 29-05-1892

Geboorteplaats: Diest

Adres: Sint Annastraat, Diest

Vader: Constantijn Eugeen, Landbouwer

Moeder: Juchtmans Maria Henrietta, hovenierster

Burgerlijke stand: ongehuwd

Beroep: Landbouwer

Grootte:

Haarkleur:

 

Militair:

Indiensttreding: 01-01-1912

Stamnummer: 111/59513

Graad:Soldaat Tweede Klasse militien 1912

Eenheid: 11e Linie Regiment 2/1 (5e Compagnie)

Datum overlijden: 29-09-1914

Ouderdom: 22 jaar

Oorzaak: vermist

Plaats verwonding:

Plaats hospitaal:

Plaats overlijden: Tisselt

Begraafplaats: Graf onbekend

 

Geboorteakte

 

Henri Commers behoorde tot het bekende 11e Linie Regiment.

 Bij het uitbreken van de WO I, in 1914, maakte het 11de Linieregiment deel uit van de 11de Gemengde Brigade van de 3de Legerafdeling en dit samen met haar ontdubbelingsregiment, het 31ste Linie. Zij moesten post vatten in de vesting Luik. Tijdens hevige gevechten ter verdediging van de forten van Luik vallen meerdere slachtoffers, onder hen de bevelhebber van het regiment, Kolonel Dusart, die in de nacht van 5 op 6 augustus sneuvelt. Het regiment moet zich samen met de andere Belgische troepen geleidelijk terugtrekken voor het Duitse geweld.

Uiteindelijk trekken de troepen terug uit Luik en trachten nu de forten van Antwerpen te verdedigen.

Tisselt, gelegen tussen de forten van de Antwerpse verdedigingsgordel – met de Vestingartil­lerie van Antwerpen onder leiding van commandant Weyns op het Fort van Breendonk in de directe buurt – maakte vrij vlug de verschrikkingen van de oorlog mee.

 

 

Tot tweemaal toe dienden de bewoners te vluchten. Een eerste maal, begin september 1914, tijdens één van de menigvuldige uitvallen van het Belgisch leger. Een tweede keer, bij de Duitse aanval op de versterkte vesting Antwerpen.
Op 4 september 1914, na de slag tussen de 3e jagers te voet en de Duitsers, werd het ganse dorp Kapelle-op-den-Bos platgebrand. Toen bij een tegenaanval de Belgen weken, drongen de Duitsers door tot op het grondgebied van Tisselt.
 

Op 29 september 1914 in de vroege morgen, gingen de Duitsers over tot de aanval op de loopgraven, die voor de verdediging van het daarachter liggende bruggenhoofd op het Zeekanaal, in de nabijheid van de Sint-Amanduskerk te Blaasveld waren aangelegd. Het kerkgebouw en de toren waren echter hun mikpunt.

 

 

 

De ontruiming van de ter plekke gebleven bevolking gebeurde in alle haast. Niet goed wetende welke plaats voor hen de meest veilige was, werd richting Antwerpen gestevend.

Langs beide zijden vielen er doden. 

Ook Henri Commers kwam hier tijdens de gevechten om het leven.

Diezelfde dag wordt hij nog begraven in Tisselt.

In 1920 begint een onderzoek naar de begraafplaats en het lichaam van Commers maar er wordt niks teruggevonden.

Onderzoeken die gedaan werden in Heffen - Blaasveld hebben niks opgeleverd over het overlijden van Henri Commers.

Bij het 11 Linieregiment worden de namen en adressen opgevraagd van militairen die bij de aanval aanwezig waren, nl Smolders Koersel, Corthouts Zolder, Goffin Waregem, Sacré Luik, Hermans Loksbergen en Claes uit Lummen.

Dit gebeurde op 23 juli 1923.

Het is uiteindelijk Jos Hermans uit Loksbergen die in zijn brief van 13 augustus 1923 een verklaring geeft over de plaats van het overlijden:

 

Commers is gesneuveld op de linker oever van het kanaal van Willebroek ten zuiden van het dorp op 150 m van het kanaal langs een beek dicht bij een kasteel.

 

 

Op 27 februari 1925 doet de vader van Henri Commers nog eens de vraag  over het hoe en wat van zijn zoon.

Op 4 maart 1928 krijgt hij ook nog een brief waarin gesteld wordt dat het lichaam dat gevonden werd in Tisselt niet dat van zijn zoon is.

Zijn graf werd nooit teruggevonden.

Op 6 maart 1928 worden de onderscheidingen van Henri Commers aan zijn vader toegestuurd.