HEYRMAN Louis Joseph

 

Burgerlijk:

Geboorte datum: 28-12-1894

Geboorteplaats: Diest

Adres: Schaarbeek

Vader: Alphonse

Moeder: Janssens Marie Jeanne

Burgerlijke stand:

Beroep: arbeider / diamantbewerker

Grootte:

Haarkleur:

 

Militair:

Indiensttreding: 1913

Stamnummer: 133/289

Graad: Soldaat Tweede Klasse, Beroepsvrijwilliger 1913

Eenheid: 3 Karabiniers 2/1 (5 Compagnie)

Datum overlijden: 29-09-1918

Ouderdom: 23 jaar

Oorzaak: gesneuveld

Plaats verwonding:

Plaats hospitaal:

Plaats overlijden: Passendale kam

Begraafplaats: onbekend

     

 

Op 28 september 1918 startte het eindoffensief van de Eerste Wereldoorlog.

Het 3e Regiment Karabiniers behoort met het 1e en 2e Regiment Karabiniers tot de 6e Infanteriedivisie. Deze divisie wordt ingezet in de Groepering Zuid. Die bestaat uit de 6e, 8e, 11e en 12e Infanteriedivisie.
In de nacht van 27-28 september 1918 is het 3e Karabiniers (onder Luitenant-kolonel Stafadjunct De Kempeneer) in Langemark : ten westen van de Steenbeek. Links is het 2e Karabiniers opgesteld, rechts het 1e Karabiniers. Elk regiment heeft een sector van vijfhonderd meter breed.

De Belgische eenheden maken goede vorderingen maar de gevechten worden bemoeilijkt door felle regen en een modderig slagveld.  

Op 29 september is het reservebataljon om 07.30 uur over de Steenbeek gekomen. Op zijn geheel beschouwd heeft het 3e Karabiniers goed de operaties doorstaan.
De infanterie moet nu ongeveer twee kilometer afleggen met een zwakke of zelfs ontbrekende artilleriesteun. Nu zal het gevechtsbeeld totaal veranderen. In deze zone zijn niet zoveel Duitsers, afgezien van enkele elementen van het 16e Beiers Infanterieregiment die uit de veroverde stellingen konden wegkomen. Maar het terrein is nog altijd buitengewoon moeilijk, door vroegere gevechten (onder andere in 1917) en door de beschietingen en door de onophoudende regen. Door de verliezen zijn er gapingen ontstaan. Het is moeilijk zich opnieuw te richten want er zijn geen merkpunten, niettegenstaande het gebruik van het kompas worden vergissingen begaan. Eenheden komen in een nevensector terecht en er zijn openingen die dan opgevuld moeten worden met troepen uit het volgende bataljon. Het 3e Karabiniers heeft links enige grensbepaling door de bedding van de Lekkerboterbeek. Maar rechts ontstaat een opening naast het le Karabiniers dat om 09.10 uur de Wallemolen (Passendale) bereikt.

De commandant van de Groepering Zuid het uur H' voor de aanval op de Flandern II Stellung (als tweede stellinggeheel en tot op het eindobjectief) op 10.30 uur bepaald. Het bevel vertrekt om 09.55 uur naar de regimenten.
Dit uur H' moet op verschillende wijzen overgebracht worden : door een vliegtuig, over de telefoon en door ordonnansen. Maar niemand heeft het vliegtuig gezien, misschien door het slechte weer. De telefoonverbinding naar voren is vaak onderbroken. In de ordonnansenketen vallen heel wat manschappen uil want ze zijn dood of gewond of ze raakten de weg kwijt. Het bevel voor de aanval komt dus te laat.
Eindelijk rukken de voorcompagnies verder op. Ze vorderen traag want ze worden meer en meer bestookt door de vijand die tijd kreeg om zich te hervatten en om manschappen en wapens aan te brengen en op te stellen. Tegen de middag breekt de zon door. De karabiniers zullen het nu minder koud hebben maar aan de overkant hebben de op de hoogten staande mitrailleurs een beter gezichtsveld.
De andere divisies vorderden bij Broodseinde (Zormebeke) en ten zuiden van Passendale maar de hele 6e Infanteriedivisie wordt gestopt door hevig mitrailleurvuur vanuit de westrand van Westrozebeke en van op de kanten.

Het is hier in Passendale dat soldaat Heyrman sneuvelt .

Na de oorlog start er ook een onderzoek naar zijn graf.

In een brief van 16 augustus 1920 aan de vader van soldaat Heyrman vraagt men naar de naam van de persoon die hem het nieuws van het overlijden gegeven heeft.

Op 20 augustus schrijft hij dat hij het nieuws van het overlijden gekregen heeft van een soldaat van de 5de Kompagnie.

Enkele militairen worden gevraagd of ze meer sten over het overlijden en plaats van begraven.

Op 2 oktober 1920  antwoordt de hr. Lieppens dat Heyrman gesneuveld is nabij struikgewas ten zuiden van Westrozebeke. Van het begraven weet hij niets.

De hr. Standaert van Ruyslede geeft ook aanwijzingen van het overlijden.

An het onderzoeksteam van sector IV wordt op 20 december 1920  de opdracht gegeven om te zoeken naar het graf.

Op 18 februari 1921 men dat de onderzoeken naar het graf zijn gebeurd echter zonder resultaat.

Het hoofdkwartier van het 3de Regiment Karabiniers stuurt een bericht dat de bewuste militair gesneuveld is op 30 september 1918 te Passendaal.

In een brief van 31 januari 1924 staat dat een gerechtelijke verklaring van het overlijden van Heyrman op 11 december 1920 werd afgeleverd door de Rechtbank van Brussel aan de burgerlijke stand van Schaarbeek. 

 

Ter herinnering aan de zware slag in Passendaal werd op het gemeentehuis een gedenkplaat ingehuldigd.