GILIS Louis Albert

 

Burgerlijk:

Geboorte datum: 23-04-1893

Geboorteplaats: Diest

Adres: Diest

Vader:

Moeder:

Burgerlijke stand:

Beroep:

Grootte:

Haarkleur:

 

Militair:

Indiensttreding: 01-01-1913

Stamnummer: 132/73

Graad: Soldaat Tweede Klasse mil 1913

Eenheid: 2e Carabiniers ½ - 6 D.A.

Datum overlijden: 01-11-1914

Ouderdom: 21 jaar

Oorzaak: gesneuveld

Plaats verwonding:

Plaats hospitaal:

Plaats overlijden: Oud- Stuivekenskerke: http://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/94457

Begraafplaats:Belgisch Militaire Begraafplaats  Ramscapelle

                          Graf nr 146

 

In oktober 1914 kwam het terugtrekkende Belgisch leger vanuit Antwerpen in de Westhoek terecht. Op 14 oktober koos het Belgisch opperbevel, met koning Albert I, voor de IJzerlijn als ultieme defensie, na de belofte dat er extra Franse steun zou komen.

Tegen de avond van 25 oktober  hield het Belgisch leger stand op de stellingen Noordvaart-Beverdijk in Oud-Stuyvekens en aan de IJzerdijk, ten zuiden van de hoeve Torenhof. Nieuwpoort en Diksmuide bleven eveneens in Belgische handen.

Ondertussen werd door Karel Cogge het plan opgevat om de polders te laten overstromen door sluizen in Nieuwpoort open te zetten. Koning Albert keurt dit goed.

Een eerste poging op 26 - 27 oktober een eerste poging maar die mislukt.

Ook een tweede poging op 27 - 28 oktober mislukt omdat het water niet snel genoeg stijgt.

Dan wordt de hulp van Hendrik Geeraert ingeroepen. Hij opent op 29 oktober de sluizen bij vloed en sluit deze bij eb.

Op 1 november ligt er een laag water over de polder binnen een afgelijnd gebied van 15 kilometer lang en tot 4 kilometer breed. Alleen wat hoeves en stroken kasseiweg steken er bovenuit.

De Slag aan de IJzer valt stil. De Duitsers moeten hun aanval staken. Eerst denken de Duitsers aan de regenval van de laatste dagen als oorzaak, maar kort daarop realiseren ze zich dat die waterpartij óók voor hen een buffer betekent. De legers zullen aan dit deel van het front vier jaar vast zitten.

 

Het is tijdens deze periode van de inundatie (onderwaterzetting) dat Gilis om het leven komt tijdens de gevechten op 1 oktober 1914.

 

Na de oorlog begint ook hier de zoektocht naar het stoffelijk overschot van Gilis.

In een brief van 24 juli  1920 vraagt de familie Gilliams - Gilis naar de plaats van overlijden en begraafplaats van soldaat Gilis.

Hierop wordt geantwoord op 16 augustus 1920 dat men nog steeds geen inlichtingen heeft.

 

De 2de Karabiniers verzend op 13 juli 1921 een lijst met de militairen die gewond of overleden zijn tussen 29 oktober en 1 november 1914

 

Luitenant Vermeulen van de   8ste  Infanterie geeft in een brief van 11 augustus 1921 inlichtingen over de begraafplaats.

 

Brief van ? aan ? op 7 oktober 1921 geeft de datum en reden van het overlijden.

 

? laat weten dat de militair begraven is te Oud-Stuivekenskerke op ongeveer 150 m ten NO van de kapel die zich situeert op de weg naar Stuivekenskerke vertrekkende van de spoorweg Nieuwpoort - Diksmuide.

 

Er worden nu zoekopdrachten uitgevoerd om het graf terug te vinden.

 

Een eerste document bevat het teruggevonden lichaam van een onbekend soldaat.

Deze zou overleden zijn op 29/30 oktober 1914 en begraven zijn in een massagraf  en gevonden zijn op 16 januari 1922. Dit graf was gelegen bij hoeve Héron.

Het lichaam werd herkend als dat van Gilis en werd diezelfde dag herbegraven te Oud-Stuivekenskerke.

 

Op 19 februari 1922 wordt de opdracht gegeven om de militaire eretekens te overhandigen aan de fam. Gilliams - Gilis.

 

Op 18 juli 1923 werd het lichaam van soldaat Gilis terug opgegraven en herbegraven op de Belgische militaire begraafplaats van Ramskapelle in graf nr. 146.

Op het lichaam werd een geweerknoop (?) gevonden met nr. 1187.

Het onderzoeksteam bezorgd een PV van de heropgraving waarin ook vermeldt staat dat de schedel volledig verbrijzeld is en de persoon 1 m 60 meet.

 

                                                                          Foto: Rudy Kenis